Select Page

AaBbCc

Verbeter je Nederlands; vermijd veelgemaakte fouten!

Veelgemaakte fouten komen veel voor! 😉

Wist je dat veelgemaakte fouten veel vóórkomen? En dat jij ze eenvoudig kan voorkómen in jouw taalgebruik? Want ik ga je er op wijzen en daarna gaan ze jou extra opvallen. Veel voorkomend, dus oefenmateriaal te over! Wees scherp. Blijf scherp.

Spreek foutloos

Schrijf je kattebelletjes foutloos

Schrijf je professionele teksten foutloos

Op alle vlakken!

Je mondelinge taalgebruik

Waarom zou je al die fouten nadoen die je dagelijks om je heen hoort tijdens de vele gesprekken die tot je komen? Van praatjes bij de slager tot de vergaderingen op je werk. Vermijd de fouten die anderen al zo vaak maken; draag er niet aan bij!

Je privé-taalgebruik op schrift

Waarom zou je taalfouten meesturen met je appjes en je e-mailtjes? Je vrienden vragen er niet om. Geef ze voortaan het goede voorbeeld! En die brief vol grieven en klachten naar die nare leverancier? Zorg dat hij je serieus neemt en schrijf die brief foutloos.

Je professionele online teksten

Schrijf je teksten voor landingspagina’s of blogs? Schrijf je handleidingen? Of gewoon een paar regeltjes voor op de homepage van je website? Het kan foutloos. In ieder geval zonder de fouten die je al zoveel dagelijks om je heen ziet. Ik ga je helpen.

Waarom wil jij veelgemaakte taalfouten vermijden?

Professioneel

Je wilt uitstralen dat je het waard bent. Jij bent de professional op jouw vakgebied. Kom dan ook professioneel over als je spreekt en typt.

Kuddedier

Je bent toch geen kuddedier? Doe dus niet meer mee met die  vele foutenmakers.

Serieus

Je wilt serieus genomen worden, toch?

Laaggeletterd

Je wilt geen laaggeletterdheid uitstralen; je wilt de credits krijgen die je verdient.

Onderscheiden

Je wilt je op een positieve manier onderscheiden. Doe dat dan ook!

Helpen

Zodra jij weet hoe het wel moet, kun je ook anderen helpen.

Irritatie

Je wilt hen die al weten hoe het moet niet irriteren met jouw fouten. Of wel?

Club

Je wilt genieten van het gevoel erbij te horen. Te horen bij hen die het wél weten. Welkom bij de club!

Omdat je het waard bent!

Zullen we gewoon beginnen?

Ja, leuk!
Hieronder bevat iedere rode zin een taalfout.
Wil je weten welke? En waarom?
Klik op de groene sleutel en kijk of je er nog wat van kunt leren.

01. Nog even geduld, Jan komt elk moment.

Nog even geduld, Jan kan elk moment komen.

Toelichting:
Als Jan echt elk moment zou komen, zou hij het erg druk hebben (met komen!)…

Correcte voorbeelden:
De postbode kan hier elk moment zijn.
De uitslag kan elk moment binnenkomen.

02. Laten we dat zo optimaal mogelijk regelen.

Laten we dat optimaal regelen.

Toelichting:
Iets is optimaal of niet. Zo optimaal mogelijk kan dus niet, want dat suggereert tussenmogelijkheden. En daarom kan een beetje optimaal ook niet.

Correcte voorbeelden:
Laten we optimaal gebruik maken van de mogelijkheden.
Laten we er optimaal van profiteren.

03. Wij herinneren hem als een markant man.

Wij herinneren ons hem als een markant man.

Toelichting:
‘Zich herinneren’ is een wederkerend werkwoord. Daardoor horen er altijd extra woordjes als ‘me’, ‘je’, ‘ons’ en ‘zich’ bij. Laat die nooit weg.

Correcte voorbeelden:
Herinner jij je nog hoe dat zat?
Herinner je je die man met die baard nog?
Hij herinnert het zich niet.
Ik herinner me dat als de dag van gisteren.

04. Heb je jou auto goed geparkeerd?

Heb je jouw auto goed geparkeerd?

Toelichting:
Als er van bezit sprake is, dan komt er een ‘w’ achter jou.

Correcte voorbeelden:
Ik heb jou dat eerder gezegd (geen sprake van bezit)
Is dat jouw fiets? (wel sprake van bezit)

05. Hij refereert naar dat voorval van gisteren.

Hij refereert aan dat voorval van gisteren.

Toelichting:
Het is refereren aan.

Correcte voorbeelden:
Refereerde jij nou aan wat Erik gisteren deed?
Ik zeg je dit met referte aan de brief die we gisteren ontvingen.
Hij refereerde aan de slechte koffie bij Janssens gisteren.

06. Mevrouw de Geus zit in de wachtkamer.

Mevrouw De Geus zit in de wachtkamer.

Toelichting:
Als een naam niet met een voornaam of voorletter begint, dan is de eerste letter van het eerste tussenvoegsel van de achternaam een hoofdletter.

Correcte voorbeelden:
Geachte De Leeuw
Geachte heer Van der Graaff
Geachte mevrouw M. van der Leijen
Wist je dat De Klaver het gisteren niet oppakte?
Martin de Zeeuw pakt dat wel op.

N.B.:
In het Vlaams wordt elk tussenvoegsel met een hoofdletter geschreven, bijvoorbeeld: Daar is Leo Van Der Laken!

07. Dat is zo wie zo niet goed.

Dat is sowieso niet goed.

Toelichting:
De enige juiste spelwijze is: sowieso

Correcte voorbeelden:
Dit doe je sowieso nooit meer verkeerd.
Je moet dat sowieso nalaten voortaan!

08. Die auto verkeerd in prima staat.

Die auto verkeert in prima staat.

Toelichting:
Het woord ‘verkeert’ zoals hier bedoeld is een vervoeging van het werkwoord verkeren. En in de derde persoon enkelvoud (de auto verkeert) spel je dat met een t.
Los van dit werkwoord bestaat ook het woord verkeerd om aan te geven dat iets niet goed is of niet goed gaat. Dat woord wordt vaak verward met deze werkwoordvervoeging.

Correcte voorbeelden:
Is het verkeerd dat jij in een aangeschoten toestand verkeert?
Ik vind dat tutoyeren door jongeren niet verkeerd.
Daar is de poelier: deze kip verkeert in levensgevaar!

09. Dat weegt best zwaar maar kost goedkoop.

Dat is best zwaar maar is goedkoop.

Toelichting:
Iets is zwaar  of weegt weinig.
Iets is goedkoop of kost weinig.

Correcte voorbeelden:
Die salade is goedkoop.
Die zak aardappelen is zwaar (of: weegt veel).
Een kruiwagen vol verse aardbeien weegt en kost veel.

N.B.:
Naar analogie is ook ‘het kost duur’ niet correct.

10. Hun hebben dat gedaan!

Zij hebben dat gedaan.

Toelichting:
‘Hun’ kan nooit het onderwerp van een zin zijn. Dus als een paar mensen als groep bijvoorbeeld iets doen of iets zeggen, dan gebruik je ‘zij’.

Correcte voorbeelden:
Zij hebben die man een klap gegeven.
Zij hebben gezegd dat het anders moet.

11. Met ijzeren hand regeren.

Met ijzeren vuist regeren.

Toelichting:
De uitdrukking kan alleen met een vuist juist gebruikt worden.

Correcte voorbeelden:
Hij regeerde twee decennia lang met ijzeren vuist.
Zijn voorgangers regeerden met ijzeren vuist.

12. Me moeder is vandaag jarig.

Mijn moeder is vandaag jarig.

Toelichting:
Als er sprake is van bezit dan gebruik je het woordje mijn. Je mag het ook afkorten tot m’n.

Correcte voorbeelden:
Mijn auto is wit.
Mijn vader is al 88 jaar.
M’n zusje heeft rood haar.

13. Hij stelde zijn leven in de weegschaal.

Hij stelde zijn leven in de waagschaal.

Toelichting:
Bij de uitdrukking waarmee je wilt zeggen dat je iets riskeert of op het spel zet, gebruik je het woord waagschaal.

N.B.:
Lang geleden werd ook het woord weegschaal wel gebruikt in deze uitdrukking, maar dat komt nog maar zelden voor. Helemaal fout is het woord weegschaal hier dus niet.

14. Dat kost je dan 30 eurocent extra.

Dat kost je dan 30 cent extra.

Toelichting:
We leven in Nederland. In de context van kosten weet iedereen dat een cent een eurocent is. We hadden het immers vroeger ook niet over guldencenten.

Correcte voorbeelden:
Ik krijg nog 70 cent van jou.
Dat is dan 2 euro en 80 cent alstublieft.

15. Prima als je daarna verwijst.

Prima als je daarnaar verwijst.

Toelichting:
Je verwijst naar iets. Daarnaar. Een richting dus.
Daarna of erna betekent iets anders, namelijk dat je eerst het één doet en daarna het andere. Een tijdsaanduiding dus.

Correcte voorbeelden:
Ik kijk daarnaar uit, jij ook?
Laten we daarnaar blijven streven.
Ik ga naar mijn vriend. (je gaat naar hem toe)
Ik ga na mijn vriend. (hij gaat dus eerst)

16. Hij realiseert niet hoe dat voor de ander is.

Hij realiseert zich niet hoe dat voor de ander is.

Toelichting:
‘Zich realiseren’ is een wederkerend werkwoord. Daardoor horen er altijd extra woordjes als ‘me’, ‘je’, ‘ons’ en ‘zich’ bij. Laat die nooit weg.

Correcte voorbeelden:
Realiseer je je wel hoe erg dat voor hem is?
Laten we ons realiseren dat dit echt niet meer kan.
Kun je je nog een leven voorstellen zonder Facebook?

N.B.:
Het niet-wederkerende werkwoord realiseren bestaat ook. Dan betekent het dat je iets maakt of mogelijk maakt. Bijvoorbeeld: Hij realiseert vanuit de hal een doorgang naar zijn garage.

17. Deze horloge is het horloge die ik gisteren heb gekocht.

Dit horloge is het horloge dat ik gisteren heb gekocht.

Toelichting:
Naar woorden met het lidwoord het verwijs je met de woorden dit en dat.

Correcte voorbeelden:
Het huis dat ik gisteren heb bezichtigd bleek niet te voldoen.
Het meisje dat ik gisteren zoende, stalkt me nu.
Er komt een groot bedrag vrij dat ik goed zal kunnen gebruiken.

N.B.:
Naar woorden met het lidwoord de verwijs je met de woorden deze en die.
Bijvoorbeeld: Deze handzaag – die ik van Jan leende – is vreselijk bot.

18. Wij spannen ons ten alle tijden enorm voor u in.

Wij spannen ons te allen tijde enorm voor u in.

Toelichting:
De uitdrukking is te allen tijde

Correcte voorbeelden:
Zij zullen te allen tijde die deuren tijdig sluiten.
We moeten te allen tijde opkomen voor de zwakkeren onder ons.

19. Ik wens je een hele fijne avond.

Ik wens je een heel fijne avond.

Toelichting:
Een hele fijne avond betekent (1) een hele avond en ook (2) een fijne avond. Omdat hele betrekking heeft op avond. Als je wilt dat hele betrekking heeft op fijne (en dat wil je), dan moet het heel zijn.

Correcte voorbeelden:
Ik hoop dat je een heel fijne verjaardag hebt gehad.
Hij woont in een heel grote woning.

20. Ik heb dat inderdaad gisteren van hem gehad.

Ik heb dat inderdaad gisteren van hem gekregen.

Toelichting:
Als je iets hebt gehad, dan heb je het niet meer. Want: ik heb iets. Ik had iets. Ik heb het gehad, maar nu niet meer.
Als je bedoelt te zeggen dat je iets kreeg van iemand, dat je het dus gisteren in je handen gedrukt hebt gekregen, dan moet je dat zeggen.

Correcte voorbeelden:
Ik heb veel kadootjes voor mijn verjaardag gekregen.
Jullie hebben toch vorige week ook chocolade gehad? (blijkbaar denk je dat het al is opgegeten [en dat laat je met deze formulering ook blijken aan de goede verstaander] anders had je gekregen gezegd)

21. Jij wilt het niet, maar ik doe het alsnog.

Jij wilt dit niet, maar ik doe het toch.

Toelichting:
In het woord alsnog zit een tijdselement opgesloten. Als je wilt zeggen dat je het eerst niet deed en lang (tijdselement!) hebt getwijfeld, dan is de zin met het woordje alsnog correct. Maar als je enkel en alleen de tegenstelling met de onwil van de andere partij wilt aangeven, dan gebruik je het woordje toch.

Correcte voorbeelden:
Ik ben gewaarschuwd, maar ik doe het toch. (geen tijdselement; de waarschuwing en het toch doen volgen elkaar snel op)
Ik heb er lang over nagedacht en deed het niet, maar ik doe het nu alsnog.

22. Ik heb er wel degelijk toegang tot.

Ik heb er wel degelijk toegang toe.

Toelichting:
Het voorzetsel tot verandert in het bijwoord toe als je kiest voor de andere zinsconstructie.

Correcte voorbeelden:
Ik heb toegang tot die kamer.
Ik heb er toegang toe.
Kijk tot wat voor ellende dat leidt!
Had eerder bedacht waar dat toe kan leiden.
Dit verhoudt zich tot een heel andere situatie.
Wij moeten ons daar beter toe verhouden.

23. Daar loopt dat meisje wiens fiets is gestolen.

Daar loopt dat meisje wier fiets is gestolen.

Toelichting:
Wiens is mannelijk en wier is vrouwelijk en meervoud.

Correcte voorbeelden:
De jongen wiens haren zijn geverfd.
De vrouw wier handtas zoek is geraakt.
De jongeren wier telefoons zijn ingenomen.

24. Ik vind dat zowel verbazend en ook hartstikke gevaarlijk.

Ik vind dat zowel verbazend als ook hartstikke gevaarlijk.

Toelichting:
De taalconstructie is zowel … als (en niet zowel … en).

Correcte voorbeelden:
Ik heb hem zowel groente als fruit meegegeven.
Zowel de jongens als de meisjes doen mee.

25. Ik vind dat A vervelend maar ook gewoon lelijk.

Ik vind dat A vervelend maar B ook gewoon lelijk.

Toelichting:
Wie A zegt moet ook B zeggen (in dit geval letterlijk).

Correcte voorbeelden:
Je hebt A de goedgestemden en B de muggenzifters.
Ik vind A dat mensen daar gewoon mee moeten stoppen maar B dat ze zich ook goed moeten realiseren dat ze écht fout zitten!

26. Als dat weer gebeurd, wordt ik boos.

Als dat weer gebeurt, word ik boos.

Toelichting:
Let op je dt-gebruik…

Correcte voorbeelden:
Brandt je kachel wel eens?
Brand je je kachel wel eens?
Hier strandt het schip op het strand.

27. Ik besef me dat ik totaal verkeerd zit.

Ik besef dat ik totaal verkeerd zit.

Toelichting:
Beseffen is géén wederkerend werkwoord. Dus geen extra woordjes als ‘je’ en ‘me’ en ‘zich’ tussenvoegen.

Correcte voorbeelden:
Ik besef dat het echt beter kon.
Ik realiseer me dat het echt beter kon.
Hij beseft dat hij voor schut stond.
Hij realiseert zich dat hij voor schut stond.

28. Stop nou gewoon, hij wilt dat echt niet!

Stop nou gewoon, hij wil dat echt niet!

Toelichting:
Het werkwoord willen heeft in de derde persoon enkelvoud géén letter ‘t’. Het is daarmee onregelmatig en daarom ook wordt deze fout zo vaak gemaakt.
Bij je of jij of u mag wilt wel.

Correcte voorbeelden:
Zij wil dat niet aanpakken.
Hij wil dat feestje niet bezoeken.
U wilt toch wel even helpen?
Je wilt je uitleven. (ook wil zou hier correct zijn)
Hij wil er nu echt vanaf zijn.

29. Ik heb een advocaat in de hand genomen.

Ik heb een advocaat in de arm genomen.

Toelichting:
De uitdrukking is in de arm nemen.

Correcte voorbeelden:
Zij heeft uiteindelijk een expert in de arm genomen.

N.B.:
In België is ook onder de arm nemen correct.

30. Onze nieuwe huis heeft een grote woonkamer.

Ons nieuwe huis heeft een grote woonkamer.

Toelichting:
Naar woorden met het lidwoord het verwijs je met ons en niet met onze.

Correcte voorbeelden:
Dat beeldhouwwerk daar, dat is ons beeldhouwwerk.
Het vuurwerk hebben wij betaald, dus het is ons vuurwerk.

N.B.:
Woorden met het lidwoord de krijgen wel onze, zoals hier:
De hamer daar, dat is onze hamer.

31. Hij kan dat veel beter dan mij.

Hij kan dat veel beter dan ik.

Toelichting:
Als je de zin als volgt verlengt, klinkt het ook logisch dat het ik (en niet mij) moet zijn: Hij kan dat veel beter dan ik dat kan.

Correcte voorbeelden:
Hij doet dat sneller dan wij (dat doen). (en niet ons)
Karel is net iets groter dan hij (is). (en niet hem)

32. Hij heeft veel minder haar als ik.

Hij heeft veel minder haar dan ik.

Toelichting:
Als er een verschil is (minder haar) dan is het dan; als er geen verschil is (evenveel haar) dan is het als.

Correcte voorbeelden:
Hij heeft evenveel haar als ik.
Hij is groter dan ik.
Zij is even groot als ik.

33. Ik irriteer me enorm aan Sophie.

Sophie irriteert me enorm.

Toelichting:
Irriteren is geen wederkerend werkwoord. Dus zich irriteren bestaat niet.
Dus nooit is het dat JIJ (als onderwerp) je irriteert, maar altijd is er IETS (dat het onderwerp is) dat jou irriteert.

Correcte voorbeelden:
Zijn gedrag irriteert ons dagelijks.
Die geur irriteert me als ik langsrijd.

N.B.:
Het werkwoord zich ergeren heeft een vergelijkbare betekenis en is wél wederkerend. Bijvoorbeeld:
Ik erger me enorm aan Sophie.

34. Onze winkel is verbouwd en heropent vanaf 1 februari.

Onze winkel is verbouwd en heropent op 1 februari.

Toelichting:
De heropening is eenmalig en dus op of per een bepaalde datum. Als je vanaf zegt, dan zou dat heropenen steeds opnieuw vanaf die datum plaatsvinden; dan krijg je het heel druk met het steeds heropenen van je winkel.

Correcte voorbeelden:
De dranghekken zullen op 22 april worden verwijderd.

35. Ik vertelde dat gisteren al tegen je moeder.

Ik vertelde dat gisteren al aan je moeder.

Toelichting:
Het is vertellen aan of zeggen tegen. Haal dat niet door elkaar.

Correcte voorbeelden:
Aan mij werd dat eergisteren al verteld.
Pas op hoor, anders zeg ik het tegen je vader.
Zij vertelde het aan haar vriendinnen.

36. Het deurtje welke ik opende piepte.

Het deurtje dat ik opende piepte.

Toelichting:
Naar het-woorden kun je niet verwijzen met het woordje welke, dat zou dan welk moeten zijn.
Met het woordje welke verwijzen naar een de-woord is weliswaar correct taalgebruik, maar onnodig stijf; vermijd in deze constructie gewoon altijd het woordje welke en gebruik die of dat.

Correcte voorbeelden:
De klas die ik gisteren nog bezocht was vandaag overvol.
De deur die jij voor me opende piepte niet.
Het elfje dat we zagen is weggevlogen.

37. We kunnen op tijd vertrekken, mits Mats te laat komt.

We kunnen op tijd vertrekken, tenzij Mats te laat komt.

Toelichting:
De woorden mits en tenzij betekenen precies het tegenovergestelde van elkaar.
Mits betekent  op voorwaarde dat/als.
Tenzij betekent behalve als/maar niet als.

Correcte voorbeelden:
We houden van zon en gaan op pad, tenzij het regent.
We zingen met z’n vieren, mits onze vierde man Joris er ook bij is.
Overdenking: Ik gebruik tenzij mits ik maar bedoel.

38. Ik waarschuw je: ben op tijd!

Ik waarschuw je: wees op tijd!

Toelichting:
De gebiedende wijs is meestal de eerste persoon enkelvoud, maar niet bij het werkwoord zijn, want dan is het wees.

Correcte voorbeelden:
Doe normaal, wees vriendelijk.
Stop nou toch en wees de wijste.

39. Het bedrijf gaf haar medewerkers een iPad cadeau.

Het bedrijf gaf zijn medewerkers een iPad cadeau.

Toelichting:
Als je refereert aan een onzijdig of mannelijk woord, dan gebruik je zijn. Alleen bij vrouwelijke woorden gebruik je haar.
N.B.: Doe niet mee aan de haar-ziekte!

Correcte voorbeelden:
Zwitserland met zijn mooie bergen.
De overheid dient haar onderdanen te beschermen.

40. Het zal me een worst zijn!

Het zal me worst zijn!

Toelichting:
Deze uitdrukking dient zonder het lidwoord de te worden gebruikt.

Correcte voorbeelden:
Wat zij doet zal me worst zijn.
Het zal hen worst zijn wat wij ze gaan zeggen.

41. Het voordeel van dag en nacht stroom is achterhaald.

Het voordeel van dag- en nachtstroom is achterhaald.

Toelichting:
Samengestelde woorden behoren aan elkaar te worden geschreven. Door toch spaties toe te voegen ontstaan fouten en/of verwarring en soms zelfs – zoals hier – onbedoelde andere (grappige!) betekenissen. Want het is toch juist handig om zowel overdag als ‘s nachts stroom te hebben?

Correcte voorbeelden:
Veel diarreegevallen geconstateerd. (met spatie nog viezer waarschijnlijk)
Lekkerbekken voor 3 euro. (met spatie doe ik niet mee)

Bron / veel meer leuke voorbeelden:
Signalering Onjuist Spatiegebruik (SOS): https://www.spatiegebruik.nl

42. Ik stuurde hem een email.

Ik stuurde hem een e-mail.

Toelichting:
De juiste spelwijze van het woord e-mail is e-mail.

Correcte voorbeelden:
Heb jij hem nog een e-mail gestuurd gisteren?
Die e-mail zit waarschijnlijk in je spambox!

43. Ik legde hem het vuur aan de schenen.

Ik legde hem het vuur na aan de schenen.

Toelichting:
Het woordje na wordt in deze uitdrukking vaak weggelaten, maar moet er echt bij in deze uitdrukking. Het betekent nabij of dichtbij.

Correcte voorbeelden:
Ze legden mij het vuur na aan de schenen.
Waarom heb je hem het vuur na aan de schenen gelegd?

44. Laten we elkaar helpen, laten we onze handen in elkaar slaan.

Laten we elkaar helpen, laten we de handen ineenslaan.

Toelichting:
In deze uitdrukking gebruik je het werkwoord ineenslaan en bovendien niet het bezittelijk voornaamwoord onze maar het lidwoord de.

Correcte voorbeelden:
Zij sloegen de handen ineen en trekken vanaf nu samen op.
Deze bouwvakkers kunnen het niet alleen en slaan daarom de handen ineen.

45. Hij zat met zijn handen in zijn haar!

Hij zat met de handen in het haar.

Toelichting:
In deze uitdrukking gebruik je de lidwoorden de en het en geen bezittelijke voornaamwoorden.

Correcte voorbeelden:
Ze was radeloos, ze zat met de handen in het haar.
De werknemers zaten met de handen in het haar, omdat ze niet leken te kunnen voorkomen dat het bedrijf failliet zou gaan.

46. Ik ben accoord en zal het voorstel morgen accorderen.

Ik ben akkoord en zal het voorstel morgen accorderen.

Toelichting:
In alle betekenissen is de enige juiste spelling van het woord akkoord die met twee keer de letter k.
Het werkwoord accorderen dient wel met twee keer de letter c te worden gespeld.

Correcte voorbeelden:
Fijn dat ook Coen akkoord is met alle voorstellen.
Deze muziek eindigt met prachtige akkoorden.

Natuurlijk, deze lijst zou ik eindeloos kunnen uitbreiden. Maar dat ga ik niet doen. Ik voeg alleen taalfouten toe die ik vaak tegenkom, alledaagse taalfouten. Nieuwe items zal ik onderaan toevoegen.

xyz
Martijn Y. de Deugd

Over het waarom van deze website

Hallo!

Ik ben Martijn

Ben ik een taalpurist? Of maar een beetje? 😉 En hoe komt dat?

Taal en vooral het correcte gebruik ervan kreeg ik met de paplepel ingegoten. Een moeder die met alles precies en netjes was (en ABN sprak) en een vader die leraar Frans was, een echte vakidioot bovendien. In de positieve zin van het woord natuurlijk! Foutloos taalgebruik was bij ons thuis het ultieme taaldoel, maar dat doel werd natuurlijk geregeld niet bereikt. En wat een plezier die enkele keer als we onze vader op een taalfoutje konden betrappen…

Waarom, voor wie en met welk doel?

Aanleiding voor deze website (die ik in januari 2024 op één lange avond bouwde) zijn de taalfouten in online nieuwsberichten van nos.nl, nu.nl en rtlnieuws.nl. Ze gaan daar verschillend om met de verbeteringen die ik ze bij tijd en wijle doorgeef. Niet alle fouten worden verbeterd, en erger, ze blijven daar telkens dezelfde taalfouten maken. Ik vind het opvallend dat dezelfde fouten steeds terugkomen in nieuw geplaatste berichten. Hoe komt dat toch? Leren ze wel van hun fouten? Dat kun je je afvragen. Daarom heb ik in de eerste plaats deze website gemaakt voor hún tekstschrijvers. Op basis van hún veelgemaakte taalfouten. Hun nieuwssites moeten er dan taalkundig wel flink op vooruit gaan als ze de voorbeelden – die ze hier op een presenteerblaadje krijgen aangereikt – ter harte nemen. We gaan het zien… 😉

Ken je meer sterke voorbeelden? Tips? Mail me alsjeblieft: martijn@dedeugd.nl

(C)opyright 2024 Martijn de Deugd, Limmen.